Surina Baag (1982) is opgegroeid in een omgeving vol verschillende creatieve invloeden en veel aparte huisdieren. Haar vader is de bekende Surinaamse kunstenaar Armand Baag(1941-2001), die op zijn beurt weer is opgeleid door de Nederlandse schilderes Nola Hatterman
Terwijl haar vader vaak sociale onderdrukking als onderwerp nam, wordt Surina juist gegrepen door innerlijke onderdrukking. Zij wil de verborgen, donkere kant van de mens blootleggen en dus ook van haarzelf. Daarbij gaat het om de oerdrift, dierlijkheid en lust in de mens die zij doorgaans niet durven te tonen aan een ander.
In veel van Surina’s werk staat haar eigen naakte lichaam centraal, vaak gecombineerd met uiteenlopende elementen uit de natuur. Deze natuurlijke elementen worden gekenmerkt door groei, aantasting en verval, door kracht en kwetsbaarheid, en door schoonheid en gruwelijkheid. Combinaties die verwijzen naar een belangrijke thema in haar werk: de wijze waarop de natuur in de mens aanwezig is in al haar ongeremde agressie en seksualiteit, angst en afschuw.
Bij het tot stand brengen van een werk laat Surina zich leiden door wat op dat moment in haar opkomt. Daarom heeft haar werk een zeker ongepland en onverhuld karakter. Surina maakt gemengd werk waarin zij haar eigen foto’s, tekeningen en bestaande afbeeldingen gebruikt. Deze beelden verwerkt zij in gelaagde collagetechnieken die zij verder bewerkt met inkt, verf en andere materialen.